Werk eens samen!

Gebruik je verstand, niet je emotie

Stelt u zich eens voor: u woont in een wooncommune met uw naaste familie. Misschien gebruikt u eens per drie jaar een dure elektrische zaagmachine en dat geldt ook voor ieder van uw buren. Zou ieder gezin dan een eigen zaagmachine kopen? Of zou u er met uw naasten één delen? Om nooit het risico te lopen dat u de zaagmachine wilt gebruiken op een dag dat uw buren hem in gebruik hebben, zou u een eigen zaagmachine aan kunnen schaffen. Dat geeft u immers een onafhankelijke positie. Maar rationeel beredeneerd, zou u toch liever tijdige afspraken willen maken over het gewenste gebruik en eventueel werkzaamheden op een andere dag plannen?

 

In dit voorbeeld hangt uw besluitvorming met name af van de prijs van de zaagmachine. Hoe hoger die prijs, hoe eerder u zult besluiten om deze zaagmachine niet zelf te kopen maar deze met uw buren te delen. Een andere zwaarwegende factor is of het uw eigen geld betreft, of het geld van iemand anders…

 

To share or not to share, that’s the question

Laten we eens kijken naar een praktijksituatie die wij in meer of mindere mate regelmatig tegen komen. Stel, u werkt op een productielocatie met machines van leverancier X. Op een uur rijden ligt een vergelijkbare productielocatie van hetzelfde concern en ook daar gebruikt men machines van leverancier X. Deze machines zijn cruciaal voor een goede werking van het productieproces.

Om stilstand van de machines te voorkomen, liggen op beide productielocaties reservedelen opgeslagen, waaronder ook hele dure (zeg: duurder dan € 50.000,-). De vraag is nu: Als zo’n reservedeel slechts één keer per drie jaar op een van de sites benodigd is, zou u er dan één op iedere site leggen, of zou één reservedeel voor beide sites volstaan? En maakt het nog wat uit of u die vraag beantwoordt als werknemer of als eigenaar van het concern?

 

“Ja maar….”

Als ik in mijn adviespraktijk voorraadmanagers vraag of ze niet liever samenwerken met hun buren, krijg ik vaak een ‘ja maar’ te horen.

Hij: ‘Ja, maar als ik dat reservedeel nodig heb en het is gisteren in gebruik genomen bij mijn buren, dan grijp ik mis en zit ik met de gebakken peren’.

Ik: ‘Dat klopt, maar hoe groot is de kans dat dat gebeurt? En is die kans niet net zo groot als de kans dat je voor een andere machine zelf gisteren dat reservedeel hebt gebruikt? En als dat zo is, waarom heb je er dan niet voor gekozen om twee stuks van dit reservedeel op te slaan?’

Dan wordt het meestal stil…. ‘Jaaa, maar die kans is niet zo groot’.  Volgens mij is die kans net zo groot, maar het echte antwoord is dat het nu eenmaal goed voelt om één reservedeel in voorraad te hebben; dat geeft een veilig gevoel. Hier wint de emotie het dus van de ratio. Goed voor het eigen gevoel, maar niet verstandig, gezien vanuit de eigenaar van het concern.

 

Denkt u hier maar eens over na. Herkent u het? En ziet u toch wel mogelijkheden om meer samen te werken op het gebied van dure en amper bewegende reservedelen? Ik verneem het graag.

Meer weten?

Jürgen Donders
Partner